Wedstrijdreglement

National Free Jump Contest


Puntenverdeling:
20 punten op TECHNIEK (voorbeen- en achterbeengebruik + bascule)
20 punten op AFDRUK & VERMOGEN
20 punten op GALOP + AANLEG

 

  • Deelname en aanwezigheid zijn op eigen risico. De organisatie noch de medewerkers kunnen aansprakelijk gesteld worden voor schade en/of ongevallen.
  • De eigenaar dient de officiële stamboekpapieren te kunnen voorleggen indien hier wordt om gevraagd.
  • De paarden dienen netjes getoilletteerd te zijn en in de volgorde van het hoofdnummer in de ring te verschijnen. Niet getoilletteerde paarden kunnen geweigerd worden.
  • De begeleiders (max. 2) komen in correct uniform (stamboek uniform of witte kledij) de ring binnen.
  • Beenbeschermers met klitte- band zijn enkel aan de voorbenen toegestaan, achtergetten zijn niet toegestaan !
  • Voor hengsten is het verplicht een hoofdstel te dragen
  • Het vrij springen zal verlopen onder verantwoordelijkheid van de jury. Dit zal gebeuren in een springbaan op de linkerhand.
  • De beslissing van de jury zijn definitief en zonder tegenspraak
  • De eerste 5 geklasseerde komen terug in de ring voor de prijsuitreiking.
  • De organisatoren wijzen elke vorm van verantwoordelijkheid van elke aard af tijdens de wedstrijd, zowel wat betreft de paarden als de personen.
  • De bewaking van de paarden gebeurd onder de verantwoordelijkheid van de eigenaars of hun vertegenwoordigers ter plaatse.
  • Door in te schrijven, aanvaardt de eigenaar de verantwoordelijke voorsteller van de ingeschreven paarden het huidig reglement.
  • Bij keuring van paarden tijdens vrijspringen kan de afmeting van de rijbaan variëren tussen circa 15/30 meter en circa 20/40 meter.
  • Tijdens vrijspringen wordt gebruik gemaakt van een binnenmanege of een in een overdekte ruimte gebouwde kooi. Spiegels e.d. dienen te zijn afgeplakt. In de baan wordt een couloir gebouwd.
  • De hindernissen dienen veilig en allen in hoogte verstelbaar te zijn. De lengte van de hindernisbalken dient 3 meter te bedragen
  • Voor de eerste hindernis ligt een drafbalk. De eerste hindernis is een stijlsprong, de tweede hindernis een steilsprong of een oxer en de derde hindernis is een oxer of een steilsprong.
  • Richtlijnen voor afstanden tussen de hindernissen:
  • Eerste hindernis 6 meter vanaf de korte zijde
  • Afstand tussen eerste en tweede hindernis is circa 6,60 meter
  • Afstand tussen de tweede en derde hindernis is circa 7,10 tot 7,65 meter.
  • Richtlijn voor de maximale hoogte voor paarden van drie jaar oud is 1.20m en de maximale breedte 1.00m.

 

  • Er wordt gekeken naar:
    1. Afdruk: richting (naar boven – naar voren) De mate waarin het paard in staat is om in de schoft omhoog te springen
    2. Afdruk: snelheid (vlug – traag) De tijdsduur in de laatste galopsprong voor de sprong tussen het neerzetten van de voorbenen, het neerzetten van de achterbenen en het moment waarop het paard loskomt van de grond.
    3. Techniek: voorbeen (gevouwen – gestrekt) De mate waarin de schouder in combinatie met opperarm, onderarm en pijpbeen gevouwen worden.
    4. Techniek: rug (rond – hol) De mate waarin hals en rug de parabool over de hindernis volgen
    5. Techniek: achterhand (open – vast) De mate waarin de hoeken van de achterhand in staat zijn om tijdens het  tweede gedeelte van de sprong te openen.
    6. Vermogen (veel – weinig) De mogelijkheid van het paard om zowel met macht naar boven te springen als zich op de sprong in voorwaartse richting te kunnen ontwikkelen.
    7. Souplesse (veel – weinig) De mate waarin de totale sprong (inclusief de landing) een vloeiend geheel kent, moet elastisch door het lichaam zijn.
    8. Voorzichtigheid (voorzichtig – onvoorzichtig) De natuurlijke aanleg van het paard om geen fouten te maken op de hindernis
  • Alle gevallen die niet voorzien zijn in dit huidig reglement zullen onomkeerbaar beslist worden door het organisatiecomité.